Schrijfsels of gedichten zijn vaak een fijne manier om emoties en gedachten te uiten.
LIEVE MAMA
Steeds weer verscheen je in mijn dromen.
Je stond dan in mijn portaal, wachtend met een glimlach.
‘Wacht mam… ik trek mijn wandelschoenen aan.’
Maar wanneer ik opkeek, was je verdwenen, en vond ik slechts het licht dat jij achterliet op mijn pad.
In mijn laatste droom over jou,
droeg je geen wandelschoenen, geen jeans, geen trui.
Was het zijde, of wit fluweel?
Het viel glanzend en zacht om je heen, zuiver en zonder kreuk.
Ik zag rijen tafels, elk met hetzelfde kleedje, keurig gevouwen.
Jij wees de mijne aan, ik tilde het voorzichtig op.
Ik voelde een geluk zoals ik dat nooit eerder had gekend, een gevoel dat ik wilde vangen, en nooit meer wilde loslaten.
Maar het verlangen brak mijn droom, en sindsdien kom je niet meer langs. Met mijn ontwaken vervloog het geluk van jouw bestaan.
Toch ben je nooit verdwenen.
Je leeft in al mijn herinneringen, je geeft me kracht en moed.
En het witte kleedje?
Het wacht op mij.
Zoals ik weet dat jij op mij wacht.
ZOLDERVONDST
Op zolder, tussen dozen vol herinneringen, vond ik ze:
oude schoenen van een oude oom. Versleten leer, zolen zacht van de jaren, en elk kreukje een spoor van dagen die het had gedragen.
Ik kon ze niet bewaren, maar ik wilde dat ze bleven bestaan. Dus maakte ik een foto. Een stille poging om iets tastbaars van hun aanwezigheid vast te leggen,
om hun verhaal te bewaren, ook al lopen de voeten die ze ooit droegen niet meer.
Ze zijn weg uit het huis, maar op de foto blijven ze: een herinnering aan dagen, straten, kamers, aan stappen die ooit gingen en nu zachtjes in de tijd doorgaan.
Schoenen kunnen niet spreken,
maar in hun kreukjes en veters zit een leven. Een paar oude schoenen die blijven doorleven, zoals herinnering dat ook doet.
MIJN DOCHTER
Achttien jaar geleden hield ik jou voor het eerst vast. Je paste in mijn armen als een belofte. Klein, warm en vol toekomst.
Nu, achttien jaar later, staat je op de drempel van volwassenheid. Je leert hoe je wonden heelt, hoe je aanwezig bent in kwetsbaarheid. Volgend jaar ben je verpleegkundige. Een prachtige titel, maar vooral een roeping. Want zorgen zit niet in diploma’s of uniformen; het zit in wie je bent wanneer niemand kijkt. En jij, lieve Emma, bent zorg.
Soms zie ik jou, moe na lange dagen, moe maar met een zachte glans in jouw ogen. Je vertelt verhalen over mensen, nooit met sensatie, altijd met respect.
Je begrijpt al iets wat velen pas veel later leren: dat nabijheid soms het mooiste medicijn is.
En jouw droom gaat verder. Na de opleiding wil je verder studeren. Ik kijk naar jou en voel heel veel trots! Niet alleen om wat je bereikt, maar om wie je bent geworden. Een jonge vrouw die haar pad kiest met zekerheid, zacht, sterk, nieuwsgierig, en eigen sterke wil.
Soms denk ik terug aan dat eerste moment, dat lieve kleine meisje in mijn armen, dat inmiddels groter is dan mijn dromen.
En ik weet: wat de toekomst ook brengt, je zal altijd weten hoe je moet zorgen. Niet omdat iemand het jou leerde, maar omdat het al in jou zat. Vanaf het allereerste begin!
Loveyou mama♡
DE OUDE BRANDTOREN
Ik klim omhoog, naar de plek van de oude brandtoren, het is stil, zelfs de wind fluistert niet. Gouden mist om me heen, ik voel een traan, ik hoor mijn adem, rust, verlangend loskomen en verpozen van de nacht..
Vanaf de toren zie ik de zonnestralen langzaam bewegen over de weidse duinen, de hemel verandert van kleur. Een nieuwe dag breekt aan, een nieuwe tijd nestelt zich op mij pad.
Ik loop terug door de eerste sporen van de herfst, deerlijk nog altijd gevangen door mijn droom vannacht.
MIJN VRIENDINNEN
De vrouwen met wie ik het leven heb gevierd in glitters, confetti en slappe lachbuien. We stonden samen op het podium met carnaval, als de Flauwe(r)girls. En wat waren we flauw, op de allerbeste manier.
We zongen met volle overgave, lachten uitbundig en sleepten prijzen in de wacht alsof we er professionals in waren.
Er was eten, wijn en likeurtjes, met avonden waarop mascara vervaagde en de gesprekken nooit leken te eindigen.
We dansten op de kermis, en dachten geen moment aan morgen. Dat was vriendschap in zijn puurste vorm: gewoon zijn, zonder nadenken, met elkaar.
En ook de kleine, spontane momenten tussendoor: bij elkaar op de thee of een wandelingetje in de avond. Het zijn die stukjes die het leven zachter maken,
die bewijzen dat vriendschap niet altijd groot hoeft te zijn om alles te betekenen.
En toen verhuisde ik.
En ineens werd samen zijn iets wat gepland moest worden, iets wat niet meer vanzelf gebeurde.
Het leven kwam ertussen, en soms lijkt afstand houden makkelijker dan verlangen. Alsof je minder mist als je niet te veel voelt. Maar dat is natuurlijk niet waar.
Ik mis het.
De fijne gesprekken, het dansen, het zingen, het samenzijn. De blik van herkenning midden in de chaos, het lachen om niets, het weten dat alles goed is zolang we samen zijn.
Toch geloof ik dat echte vriendschap niet breekt, ook niet als de kilometers ertussen komen. Ze leeft door in herinneringen, in een carnavalsnummer dat ineens voorbij komt, in een foto, in een grap die alleen wij snappen.
Dus op jullie, mijn lieve vriendinnen, mijn Flauwe(r)girls, mijn feestteam, mijn spiegels, mijn ankers, mijn thuis. Ik mis jullie, maar ik draag jullie in mijn hart. In elk lied dat begint met lachen, en eindigt met liefde.
DE MEREL
Er zijn van die geluiden die je meteen terugbrengen naar een gevoel. Sommige vogels hoor je met je oren, andere voel je met je hart. Voor mij is dat de merel. Zijn zang heeft iets vertrouwds, iets dat de stilte kleurt met warmte. Zodra de schemering valt, zingt hij alsof hij de dag zorgvuldig inpakt en zacht weglegt voor de nacht.
Maar in dit achteraf gelegen stille land, blijft de merel weg. Waar de weilanden vol reeën, weidevogels en zwaluwen zijn, blijft de merel stil.
Waar ik een zwaluwen en spreeuwen dagelijks voorbij zie schieten, blijft de merel iets om naar uit te kijken. Een vogel die, hoe alledaags ook in veel tuinen, voor mij symbool staat voor verlangen.
Soms stel ik me voor, hoe hij vanaf een tak, zijn melodie over het erf zou laten klinken. Hoe de avondlucht zou trillen van zijn tonen, en hoe ik dan zou stilvallen, luisterend, glimlachend.
En toch… misschien is het maar goed dat de merel hier niet zijn thuis vindt. Want ons erf wordt gedeeld door vier katten. Hun nieuwsgierige ogen zouden vast weinig geduld hebben met zo’n zingende gast. Of met jonge merels verscholen in de wildhaag.
Zijn afwezigheid hier doet niets af aan het feit dat hij mijn lievelingsvogel is. Sterker nog, hoewel hij hier nooit is geweest, blijft de merel een trouwe gast in mijn gedachten.