Schrijven

... is voor mij een avontuur. Soms spannend, meestal chaotisch, maar altijd doorspekt met dramatiek.

Ik schrijf feelgood, literaire romans en prentenboeken. Feelgood schrijf ik omdat ik hou van verhalen die mensen een glimlach bezorgen, verhalen die even dienstdoen als mentale mini-vakantie. Literaire romans ontstaan juist uit mijn behoefte om dieper te graven, om te onderzoeken wat mensen beweegt of stiekem compleet in de war brengt. En prentenboeken? Die schrijf ik omdat ik nooit helemaal ben opgehouden om in plaatjes te denken. 

Verschillende genres schrijven voelt voor mij dan ook niet als versnippering, maar als vrijheid. Elk idee kiest zijn eigen vorm, en ik volg het met enthousiasme.

 

ONTDEK MIJN BOEKEN

Q&A

 

Heb je altijd al schrijver willen worden?

Misschien wel, en ontdek ik dat nu pas. Terugkijkend verraadden die kleine steekjes jaloezie richting schrijvers en een onbewuste nieuwsgierigheid naar hun wereld dat dit verlangen al lang in mij sluimerde. Taal en verhalen maakten vanaf jonge leeftijd al deel uit van wie ik ben. Terwijl andere kinderen buiten tikkertje speelden, organiseerde ik binnen mijn eigen nieuwsuitzendingen: een haarborstel als microfoon, zelfgeschreven scripts en een publiek van poppen en knuffels. Af en toe veranderde ik mijn kamer in een mini-bibliotheek, al raakten de boekjes vaak bedolven onder een zee van stempels. Mijn poëziealbum werd een dagboek vol tekeningen en gedachten, en onderweg naar school dagdroomde ik al over de eerste scènes van de verhalen die ik nu schrijf.

Op de middelbare school zat ik in de redactie van de schoolkrant. Nederlands en Engels waren mijn lievelingsvakken en waar anderen uitkeken naar schoolreisjes, werd ik blij van boekverslagen en spreekbeurten. Mijn typediploma haalde ik nog op een ouderwetse typemachine: het ritmische tikken en een hendel die met een ‘ping’ naar een nieuwe regel sprong. Later zette ik mijn gedichten op floppy disks en fantaseerde ik in de boekhandel over een eigen dichtbundel op de toonbank.

Iedereen om me heen zag een toekomst voor mij in taal of journalistiek, maar koppig als ik was, koos ik een ander (ook mijn eigen!) pad. Toch ben ik nooit gestopt met schrijven: gedichten, lange brieven en inmiddels al tien jaar carnavalsliedjes. Regelmatig kreeg ik aanmoedigingen, zelfs vorig jaar nog van Jacqueline Govaert tijdens een Krezip tour. Misschien miste ik vooral wat zelfvertrouwen om te beginnen, soms heb je gewoon net dat ene duwtje nodig.

 

Hoe combineer je schrijven met werken en een gezinsleven?

Thuis runnen we samen twee bedrijven en daarnaast werk ik zelfstandig. Ik help kleine ondernemingen met promotiematerialen, websiteoptimalisatie en campagnes voor verenigingen, en ik geef vorm aan ideeën voor persoonlijke projecten. Dat vraagt behoorlijk wat organisatie, maar het geeft me ook de vrijheid om mijn tijd zelf in te delen.

Nu mijn kinderen ouder zijn, is er meer rust in huis en ontstaat vanzelf meer ruimte om te schrijven. Jarenlang leek het alsof ik alleen maar in de hoogste versnelling leefde: werken, een druk gezinsleven met school, speelafspraken, zwemles, muziekles, musicalschool, Jong Nederland, voetbal… en de nodige kinderdrama’s. Tel daar een sociale agenda bij op die voller was dan mijn koelkast, en je begrijpt hoe hectisch het vroeger was.

 

Waarom schrijf je graag in verschillende genres en stijlen?

Soms wil ik van een verhaal graag een dikke roman maken, maar als ik merk dat het me moeite kost om er zó veel woorden aan te geven neemt het verhaal spontaan een andere vorm aan. En soms vraagt een verhaal juist onverwacht meer diepte dan ik had gepland. Door mezelf niet vast te zetten in één stijl blijft het schrijfproces niet alleen vrijer, maar ook een stuk leuker. Daarnaast schrijf ik ook graag prentenboeken, omdat beeld en taal daar zo mooi samenkomen.

Mijn kortste verhaal? Die staat op lezenswaardig.com: precies 55 woorden, dat is best een uitdaging, maar ook weer heel leerzaam!

 

Waaruit bestaat de perfecte feelgoodroman?

Een goede feelgoodroman heeft charmante, herkenbare personages, een warme setting, een vleugje humor en hartverwarmende relaties. Daarbij zorgt een happy einde dat de lezer glimlachend achterblijft.

 

Hoe breng je humor in je verhaal? 

Humor hoort bij mij, het is iets wat ik van mijn moeder heb meegekregen, net zoals mijn liefde voor taal. Zij kreeg het op haar beurt weer van haar vader, mijn lieve opa. Het is blijkbaar een familietrekje, iets waar ook mijn kinderen niet onderuit kunnen komen.

 

Heb je weleens last van een writer's block?

Ja, net zoals wij in het dagelijkse leven weleens vastlopen, loop ik ook wel eens vast met schrijven. In die momenten laat ik mijn personages dromen, zoeken, ontdekken, struikelen, lachen en twijfelen. Hun verhalen worden zo een spiegel van de menselijke zoektocht in een wereld waar niets vanzelfsprekend lijkt, vol verrassingen en herkenbare emoties. Voorbeeld: ik laat een personage voor het raam dagdromen, noteer wat er door zijn of haar hoofd zou kunnen gaan, en voordat ik het weet, ben ik weer een verhaal aan het bouwen vol emoties, verlangens en onverwachte wendingen. Blijkbaar zijn mijn personages soms productiever dan ikzelf!

 

Wat zijn je ontspanningsmomenten?

Om even te ontspannen (lees ontsnappen) trek ik graag mijn wandelschoenen aan, al moet ik toegeven: mijn brein houdt zich niet graag aan wandelpauzes. Naast schrijven en lezen, vind ik ontspanning in tekenen en puzzelen. Vooral in de winter komt de puzzelaar in mij tot leven. En vreemd genoeg hoort daar altijd een mok oplosbare double-choc-mocha bij. Geen idee waarom, het is gewoon zo gegroeid. Blijkbaar is dat mijn winterritueel geworden. Ook mijn maandelijkse bezoek aan de schoonheidsspecialiste hoort bij mijn ontspanningsmomenten, ik loop naar buiten alsof er een laagje gedachten van me is afgehaald. Helaas zie ik haar minder vaak sinds mijn verhuizing. Jammer, want niemand krijgt mijn hoofd zo goed ‘ontkreukeld’ als zij.

Ontspanning zit voor mij vaak in kleine dingen: een warme douche, muziek of een podcast luisteren, of even een dutje doen. Een boek lezen helpt me ontspannen: ik verdwijn helemaal in het verhaal en als beelddenker voelt dat bijna filmisch. Een theetje met vriendinnen, een spinnende bol op schoot en, niet te vergeten, even knuffelen met mijn kinderen of met Antoni, dan voelt de wereld meteen een stukje beter!

 

Schrijf je onder je eigen naam of gebruik je een pseudoniem? 

Mijn naam is Heidi Helena Spreeuwenberg, maar als schrijver draag ik graag mijn bijnaam Heike. Heike is voor mijn meer dan alleen een bijnaam, het is een stukje van wie ik ben, met een knipoog naar mijn opa Leike. Op deze manier publiceer ik ook met een vleugje anonimiteit. 

Mijn prentenboeken publiceer ik onder mijn literaire pseudoniem Nora Berg. Deze naam is een eerbetoon aan mijn moeder en is afgeleid van haar volledige naam: Eleonora Spreeuwenberg.

 

Hoe ervaar je het schrijverschap en waar haal je inspiratie vandaan? 

Ik ervaar het schrijverschap als iets heel bijzonders. Het geeft me de kans om personages en werelden tot leven te brengen en mijn gedachten en dromen te delen met mensen die ik misschien nooit zal ontmoeten. Hoe mooi is het om iemand een glimlach te bezorgen of een gevoel van herkenning te bieden dat rust brengt? Mijn grootste wens is dat mijn woorden generaties lang blijven voortleven. Dat vind ik een prachtig idee! 

Mijn inspiratie haal ik overal vandaan. Overal vang ik kleine stukjes ideeën op, en in mijn achterhoofd zitten er tientallen – misschien wel honderden – te wachten. Dit gaat al jaren zo, maar nu krijgen die ideeën eindelijk de kans om te groeien, samen te komen of een onverwachte wending te nemen. Soms schrijf ik een hoofdstuk en blijft het slechts een idee. Maar dan zijn er ineens van die momenten waarop ik besef: dit wordt een verhaal.

 

Is het waar dat je alle boekomslagen zelf ontwerpt en bedenkt?

Naast schrijven is illustreren voor mij een andere vorm van avontuur. Even vanzelfsprekend als taal: nog voordat ik woorden echt begreep, verloor ik mezelf al in plaatjes en illustraties, werelden die zich moeiteloos openden en mijn fantasie lieten dansen. Bovendien gebruik ik illustreren dagelijks in mijn werk, dus het zit toch al stevig in mijn gereedschapskist. Zodra ik iets verzin, staat het meteen als een beeld voor me, en dan wil ik dat graag visueel maken, daarom bedenk ik ook concepten voor mijn eigen boekomslagen. Zo ziet de lezer meteen waar ik aan werk. Of die ontwerpen uiteindelijk gebruikt worden, tja… dat hangt natuurlijk helemaal af van de uitgever.

 

Heb je al een idee wanneer je debuut het licht gaat zien?

Ik hoop op een publicatiedatum halverwege volgend jaar (2026). Op dit moment ben ik volop bezig met het herschrijven van manuscripten en is het nog een verrassing welk verhaal gaat debuteren. Via mijn website en social media houd ik je graag op de hoogte van mijn voortgang en projecten.